Gegevens-verzameling

Uitkomstmaten (gegevens zorgconsumptie)


Het IMA gebruikt algoritmen om patiënten voor de onderzoekspopulatie te identificeren en om gegevens te leveren die relevant zijn voor de onderzoeksvragen. Deze gegevens geïdentificeerd door het NN van alle patiënten in de onderzoekspopulatieen NIHDI-nummers van hun huisartsen zullen worden gecodeerd door een innovatieve coderingsstrategie, zoals meer gedetailleerd uitgelegd in de wetenschappelijke bijlage. Deze gegevensverzameling eindigt op 31 december 2018, twee jaar en negen maanden na het einde van fase 6.

Primaire uitkomst: verlaging van het sterftecijfer in het ziekenhuis
Het primaire resultaat van deze studie is een vermindering van alle ziekenhuissterfgevallen van 50% tot 35%. In België sterft ongeveer de helft van de mensen in het ziekenhuis, inclusief ongeveer 5 tot 10% van de sterfgevallen in een palliatieve zorgeenheid. Via gegevens over de zorgconsumptie kan worden vastgesteld welk percentage van de overledenen van een huisartsenpraktijk in een bepaalde periode thuis, in een verpleeghuis, in een ziekenhuis of elders is overleden.

Secundaire uitkomst: gebruik van diensten
De secundaire uitkomst is het gebruik van diensten te richten op de kwaliteit van leven in het laatste levensjaar. Het ideale uitgavenpatroon voor de gezondheidszorg wordt beschouwd als palliatieve thuiszorg (meer contacten met huisartsen dan met ziekenhuisartsen, …), met meer gebruik van symptomatische medicatie dan van medicatie met een duidelijke levensverlengende intentie en vermindering van stressvolle diagnostische en therapeutische procedures.

Indicatoren hier, beschikbaar door het IMA, zijn:

  1. Contacten van patiënten met eerstelijnszorg: huisartsen, verpleegkundigen thuis, fysiotherapeuten
  2. Ondersteuning van patiënten door palliatieve thuiszorg: palliatieve verbeurd, palliatieve thuiszorgteams
  3. Spoedafdelingsbezoeken met of zonder huisartsverwijzing
  4. Verblijfsduur in ziekenhuis, verpleeghuis of palliatieve zorgeenheid
  5. Gebruik van medicijnen met een duidelijke curatieve of levensverlengende bedoeling (bijv. Sta-s)
  6. Gebruik van symptoommedicatie (bijv. Mo-e, antidepressiva)
  7. Selectie van diagnostische procedures: algemene laboratorium tests, Elisa[1] Kits, Pcr Moleculaire Diagnostiek, Immunohistochemie IHC, beeldvormingsprocedures, Clia analyse.
  8. Selectie van therapeutische procedures: bloedtransfusie, ascites paracentese, Tcell behandeling, stem cell behandeling, gebruik van monoclone kameel of gehumaniseerde antilichamen.
  9. Gezondheidszorg consumptie kosten. [1]